BTW en administratie: Hoe verwerk je BTW in je administratie en waar moet je op letten?

Als ondernemer ben je verplicht om BTW te berekenen en af te dragen aan de Belastingdienst. Het is daarom belangrijk dat je de BTW correct verwerkt in je administratie. Maar waar moet je precies op letten en hoe zorg je ervoor dat je geen fouten maakt? In dit artikel leggen we uit hoe je BTW verwerkt in je administratie en welke valkuilen je moet vermijden.

Wat is BTW?

Laten we beginnen bij het begin: wat is BTW eigenlijk? BTW staat voor Belasting over de Toegevoegde Waarde. Het is een belasting die wordt geheven over de verkoop van goederen en diensten. Als ondernemer ben je verplicht om BTW te berekenen over de prijs die je vraagt voor je producten of diensten. Dit heet de omzetbelasting. Je draagt deze BTW af aan de Belastingdienst.

Hoe bereken je BTW?

Om BTW te berekenen over de verkoop van je producten of diensten, moet je weten welk BTW-tarief van toepassing is. Er zijn drie tarieven:

– Het hoge tarief van 21%
– Het lage tarief van 9%
– Het nultarief van 0%

Het nultarief is van toepassing op bepaalde producten en diensten, zoals internationale handel en medische hulpmiddelen. Het lage tarief is van toepassing op bepaalde producten en diensten, zoals voedingsmiddelen en boeken. Het hoge tarief is van toepassing op alle andere producten en diensten.

Om de BTW te berekenen, vermenigvuldig je het bedrag dat je vraagt voor je producten of diensten met het BTW-tarief. Bijvoorbeeld: als je een product verkoopt voor €100,- inclusief BTW en het BTW-tarief is 21%, dan is de berekening als volgt: €100,- / 121 x 21 = €17,36 BTW.

Hoe verwerk je BTW in je administratie?

Om BTW correct te verwerken in je administratie, moet je een aantal stappen volgen:

1. Facturen opstellen

Als je producten of diensten levert, ben je verplicht om facturen op te stellen. Op deze facturen vermeld je het bedrag dat je vraagt voor je producten of diensten, inclusief BTW. Ook vermeld je het BTW-tarief dat van toepassing is en het bedrag aan BTW dat je in rekening brengt.

2. Facturen bewaren

Je bent verplicht om alle facturen die je ontvangt en verstuurt, te bewaren. Dit doe je voor je eigen administratie, maar ook voor de Belastingdienst. Je moet deze facturen zeven jaar bewaren.

3. BTW-aangifte doen

Je bent verplicht om periodiek BTW-aangifte te doen bij de Belastingdienst. In deze aangifte geef je aan hoeveel BTW je hebt berekend en hoeveel BTW je hebt betaald. Als het verschil positief is, moet je dit bedrag afdragen aan de Belastingdienst. Is het verschil negatief, dan kun je dit bedrag terugvragen van de Belastingdienst.

4. BTW correctie

Het kan voorkomen dat je later ontdekt dat je te veel of te weinig BTW hebt berekend. In dat geval moet je een BTW correctie doen. Dit doe je bij de eerstvolgende BTW-aangifte.

Waar moet je op letten?

Bij het verwerken van BTW in je administratie zijn er een aantal valkuilen waar je op moet letten:

1. Juiste BTW-tarief

Zorg ervoor dat je het juiste BTW-tarief hanteert voor de producten of diensten die je levert. Verwerk dit tarief correct in je facturen en BTW-aangifte.

2. Buitenlandse facturen

Als je zaken doet met het buitenland en facturen ontvangt of verstuurt, moet je rekening houden met speciale BTW-regels. Informeer jezelf hier goed over.

3. Kleineondernemersregeling

Als je als kleine ondernemer niet meer dan €20.000,- omzet per jaar behaalt, kom je in aanmerking voor de Kleineondernemersregeling (KOR). In dat geval hoef je geen BTW te berekenen en af te dragen. Je bent dan ook niet verplicht om BTW-aangifte te doen.

4. Verleggen van BTW

Soms moet je als ondernemer de BTW verleggen naar je klant. Dit is bijvoorbeeld het geval bij bepaalde internationale handel. Zorg ervoor dat je weet wanneer je de BTW moet verleggen en hoe je dit correct verwerkt in je administratie.

5. BTW-identificatienummer

Als ondernemer ben je verplicht om een BTW-identificatienummer te hebben. Dit nummer moet je vermelden op alle facturen die je verstuurt en ontvangt.

Conclusie

Het correct verwerken van BTW in je administratie is van groot belang voor iedere ondernemer. Zorg ervoor dat je het juiste BTW-tarief hanteert, facturen correct opstelt en bewaart, tijdig BTW-aangifte doet en eventuele BTW correcties correct verwerkt. Let ook op de speciale regels rondom buitenlandse BTW en de Kleineondernemersregeling.

Veelgestelde vragen

1. Wanneer moet ik BTW berekenen?
2. Hoeveel BTW moet ik afdragen?
3. Wat is het verschil tussen het hoge en lage BTW-tarief?
4. Hoe kan ik BTW verleggen naar mijn klanten?
5. Kan ik gebruikmaken van de Kleineondernemersregeling als ik meer dan €20.000,- omzet per jaar behaal?

Antwoorden op veelgestelde vragen

1. Je moet BTW berekenen over de verkoop van goederen en diensten als ondernemer.
2. Het bedrag aan af te dragen BTW is afhankelijk van het bedrag aan BTW dat je hebt berekend en het bedrag aan BTW dat je hebt betaald.
3. Het hoge BTW-tarief is van toepassing op alle producten en diensten die niet onder het lage of nultarief vallen. Het lage BTW-tarief is van toepassing op bepaalde producten en diensten, zoals voedingsmiddelen en boeken. Het nultarief is van toepassing op bepaalde internationale handel en medische hulpmiddelen.
4. Je moet de BTW verleggen als je bijvoorbeeld zakendoet met het buitenland of bij bepaalde internationale handel.
5. Als je meer dan €20.000,- omzet per jaar behaalt, kom je niet meer in aanmerking voor de Kleineondernemersregeling.